Diagnostiek van dissociatie en dissociatieve stoornissen - 2 - SCID-D
De SCID-D wordt beschouwd als de gouden standaard voor de diagnostiek van dissociatieve stoornissen, met goede tot uitstekende betrouwbaarheid en validiteit.
De SCID-D is een a-therapeutisch instrument, wat betekent dat het ongeacht de toegepaste therapie gebruikt kan worden.
Met de SCID-D onderzoek je de vijf kernsymptomen van dissociatieve identiteitsstoornis (DIS): derealisatie, depersonalisatie, amnesie, identiteitsverwarring en identiteitswijziging. Gebaseerd op het vijfcomponentenmodel van Steinberg, worden deze symptomen gezien op een spectrum.
In de DSM-5 worden vijf dissociatieve stoornissen onderscheiden die met de SCID-D gediagnosticeerd kunnen worden.
Daarnaast is de SCID-D zowel diagnostisch als therapeutisch inzetbaar: je kunt het gebruiken voor diagnostiek, het beoordelen van transdiagnostische symptomen, en het toepassen binnen psycho-educatie. Het bevordert zelfinzicht en kan de therapeutische relatie versterken, vooral wanneer het op een invoelende manier wordt ingezet. Ook kan het gebruikt worden voor het monitoren van de behandelvoortgang.
Verder vertelt Nadine over andere wetenschappelijk ondersteunde meetinstrumenten voor dissociatieve stoornissen, zoals de DES, SDQ-20 en de SCID-D. Deze laatste richt zich op de vijf kernsymptoomclusters van dissociatieve stoornissen en legt tevens nadruk op non-verbale uitingen: de gouden standaard voor het in kaart brengen van dissociatieve stoornissen.